
🔺 Distelvlinder 2
20 dec. ’96
Even was er twijfel over waar ik naartoe zou moeten, naar een afkickkliniek of naar de psychiatrie. Maar gezien het feit dat ik op de rand van psychotisch zat en men vond dat ik mezelf verwaarloosde (‘een gevaar voor mezelf was’) was er genoeg reden voor het laatste.
Zo hard als ik kon trapte ik tegen de grote stalen deur. Bij iedere trap schreeuwde ik het uit, om mijn wanhoop kracht bij te zetten. De onmacht die deze situatie met zich meebracht, om opgesloten te zitten, zo had ik me nog nooit gevoeld, nog nooit in m’n leven!
Was het nu de bedoeling dat ik ging nadenken, of juist niet? Ik snapte dit niet. Het was allemaal een misverstand. Waar waren ze nou bang voor? Ik was juist zo vredelievend, daar konden zij allemaal nog wat van leren. Echt, ik deed zelfs letterlijk nog geen vlieg kwaad.

🔺 Het uitzicht vanuit de separeer. Als ik op m’n tenen stond
kon ik net over de raamfolie heen kijken.
Foto: privé, op locatie (2023)
Na een paar dagdelen in isolatie was ik een beetje gewend geraakt aan het zitten daar, het was ook wel lekker rustig. De medicatie maakte me loom en meegaand. Ik leek alles wel best te vinden, ook al wist ik dat dat eigenlijk niet klopte.
Ik kreeg een advocaat, die kwam langs toen ik in isolatie zat. Eerst was ik onder de indruk van het feit dat ik een eigen advocaat had, totdat ik doorhad dat die helemaal niets voor me kon doen. Achter m’n rug om werd intussen geregeld dat ik van een vrijwillige opname naar een verplichte opname van een half jaar ging.
Alle patiënten kregen na elke maaltijd medicatie en ’s avonds om stipt 22:00 uur ook nog slaapmedicatie. Daardoor raakten we allemaal een beetje in dezelfde sfeer: verdoofd, kalm, precies zoals men het graag had. Sommige patiënten konden door de sedatie niet meer gewoon lopen en schuifelden voetje voor voetje over de afdeling.

Oud en nieuw ’96/’97.
Er waren grote schalen hapjes en diverse drankjes. En ja hoor, daar zaten alle patiënten, alsof ze gezellig thuis op de bank zaten. Ik had willen schreeuwen: ‘Hallo, word eens wakker, het is hier niet leuk en gezellig, jullie zitten opgesloten hoor!’ Maar ik wist dat dat toch geen zin had.
4 januari – De Elfstedentocht: wat was dat maf zeg. De hele afdeling was in rep en roer, iedereen was helemaal hysterisch door het dolle heen. Twee vrouwelijke patiënten gingen vooraf de badkamer in en kwamen er later weer uit met knaloranje haar… Dat was pas waanzin!