Nieuwste verhalen

Doodsangst

Eind februari 2023 werd ik aan het begin van een weekend overvallen door een vreemde en onverklaarbare pijn hoog in mijn rug, tussen mijn schouderbladen. Initieel dacht ik dat ik misschien gedurende langere tijd in een vreemde, ongemakkelijke houding had gezeten. Dus ik ging maar gewoon liggen, om te proberen de slaap te vatten en de ochtend erna ontspannen en vrij van pijn wakker te worden.

De ochtend erna werd ik inderdaad zonder pijn wakker en voelde ik me gewoon goed. En dat bleef ook zo de rest van de dag. Maar, de dag erop, ergens aan het begin van de avond werd ik opeens overvallen door diezelfde sensatie van pijn, maar dan veel extremer. En het werd met iedere minuut extremer. En geen positie die ik aannam verlichtte de pijn. Die hele nacht kon ik niet slapen en een bijzonder warme douche verlichtte de pijn slechts in beperkte mate.

In de ochtend namen we contact op met de huisarts. Initieel werd mij telefonisch een pijnstiller voorgeschreven. Deze haalde niets uit. De dag erop weer contact opgenomen en kwam de huisarts aan huis, omdat ik niet in staat was naar de praktijk te komen. De huisarts wist er ook niet zo heel veel van te maken, de suggestie werd gewekt dat het misschien een scheur in mijn aorta zou kunnen zijn. Maar, dacht ik… dan zou ik nu toch allang dood moeten zijn? Voor de zekerheid maakte de huisarts dus maar een afspraak met het ziekenhuis, waar we op eigen houtje heengingen met een taxi.

Aldaar aangekomen werd er uiteraard eerst bloed afgenomen en werd ik aan een ECG en bloeddrukmeter gehangen, kreeg ik een oximeter aan een vinger en moest ik maar gewoon even wachten op resultaten. Terwijl ik daar lag te wachten liep mijn echtgenote maar druk heen en weer te ijsberen, niet zeker van wat er nu aan de hand was of hoe ze zich moest voelen. En door mijn hoofd spookte ook van alles. Vooralsnog ging mijn idee het meest uit naar een hernia of een verschoven wervel.

Uiteindelijk kwam er een arts en na een korte kennismaking en een kort inleidend gesprek kwam er plompverloren uit — Nee, het is zijn hart.

Dat wilde er bij mij persoonlijk initieel niet in, ik kon het gewoon niet geloven en ik voelde mij ook zo slecht niet eens. Ik had dan wel pijn maar ik kon gewoon prima lopen, prima mijzelf verzorgen, prima activiteiten verrichten. Geen tekort aan lucht, geen pijn in armen, kaken, vingers, voeten. Enkel in mijn rug. Toen kwam het medisch bewijs, de uitslag van de ECG en van het bloedonderzoek en, sjah, die kon ik niet weerleggen. Kennelijk had ik… een hartaanval. En dus al dagen, besefte ik meteen. Daarop volgend werden mijn echtgenote en ik weer aan ons lot overgelaten. Er moesten zaken geregeld worden immers, ik moest opgenomen worden op een afdeling Cardiologie en in dit ziekenhuis was er geen plek. Dus men moest even overleggen met een partnerziekenhuis.

Enige tijd later kwam de cardioloog terug met het nieuws dat ik overgeplaatst zou worden naar een ziekenhuis in Amersfoort en dat het transport al geregeld en onderweg was. En omdat het al wat later aan het worden was moest mijn echtgenote snel weg, om de laatste trein naar huis nog te kunnen halen. Kort daarop ging de cardioloog en de laatste verpleging weg. En lag ik daar alleen. Nog steeds gekoppeld aan ECG, oximeter, bloeddrukmeter. Nog steeds in de wetenschap dat ik een hartaanval had. Maar nu, tijdelijk, alleen.

Alleen met mijn eigen gedachten, mijn eigen gevoelens, mijn eigen angsten. Waarvan de meest belangrijke nog wel… een doodsangst. Is dit de avond waarop ik kom te overlijden? Is dit alles dat er is? Ga ik nu naar Amersfoort om daar te overlijden, zonder mijn echtgenote nog één keer te kunnen knuffelen, te kunnen zoenen, liefdevol aan te kijken in haar mooie blauwe ogen om te vertellen hoeveel ze voor me betekent, hoeveel ik van d’r hou? Ga ik haar nu… verlaten, op de meest definitieve manier, om d’r vervolgens alleen te laten staan in een wereld waarin ze zich niet goed staande kan houden, een wereld waarin ze zich niet thuis voelt, waarin ze zich niet veilig voelt? Ga ik haar niet meer kunnen beschermen? Ga ik nu, na de dood van haar vader in 2018, na de dood van haar moeder in 2021 haar nu ook beroven van de enige die ze wat er ook gebeurde, wat de omstandigheden ook waren bleef vertrouwen? Dat kan toch niet waar zijn, dacht ik.

Toen arriveerde de ambulance en volgde een wat lange rit naar Amersfoort. Waarin ik nog steeds doodsangsten uitstond. Aangekomen op de afdeling Cardiologie werd ik weer aan apparatuur gehangen, kreeg ik kortstondig een cardioloog te spreken alvorens ik weer alleen werd gelaten om te proberen te slapen. Het was inmiddels iets als half drie ’s nachts namelijk. Ik deed de televisie aan, zapte naar een zender, National Geographic of iets dergelijks en viel ik in slaap met de televisie aan. Om het halfuur werd ik wakker, televisie nog steeds aan, om vervolgens weer snel in slaap te vallen. Dit bleef zo doorgaan tot een uur of half zes, toen ik maar besloot de televisie eindelijk uit te zetten. En vervolgens weer in slaap te vallen.

Later die ochtend, rond een uur of tien, kreeg ik een hartkatherisatie, om te kijken wat de daadwerkelijke schade was. Ik mocht meekijken, reuze fascinerend uiteraard, maar wat mij het meest bij is gebleven van die katherisatie is emotie. Ik zag mijn hart kloppen en was inwending mijn hart aan het toejuichen, aan het aansporen gewoon vol te houden. Ik voelde liefde, verdriet, verwondering en, ergens, voelde ik mij eindelijk weer een beetje veilig sinds het hele verhaal was begonnen. Ik was in goede handen en er werd nu daadwerkelijk gekeken naar mijn hart.

Toen kwam de klap.

De locatie en de duur van de hartaanval maakten het onpraktisch en eigenlijk volslagen zinloos om chirurgisch ook maar iets te doen. Geen dottering, geen stint, geen bypass. Enkel en alleen farmaceutische interventie. Maar men ging er niet echt op in waarom precies, waar de blokkade zat en waarom het te laat was. Wat is dit nu weer? Moet ik dit opvatten als positief nieuws? Negatief nieuws? Het vreemde is dat ik sinds die katherisatie geen cardioloog meer zag daar in Amersfoort. Alsof er gewoon geen interesse meer was. Er werd nog wel gezegd dat er iemand van de ziekenhuisapotheek langs zou komen om de medicatie te overhandigen en instructies mee te geven. Ook nooit gezien. Op een gegeven moment kwam er een verpleegster op mijn kamer… Ja, je mag gaan. En of ik de ziekenhuisapotheek maar zelf even wilde bezoeken.

Beetje koud, beetje onpersoonlijk. Beetje een teleurstelling zo. Ik wist nog steeds niet wat dat nou betekende. Moest ik nou blij zijn? Was het allemaal eigenlijk maar een storm in een glas water? Geen idee.

Een week later keerde de pijn terug en was ik dus bang voor een herhaling, voor een nieuwe hartaanval. Ambulance laten komen, de ambulancemedewerkers waren bruusk, kortaf en zelfs gewoon onsympathiek. Ik werd vervolgens naar het ziekenhuis in Nieuwegein gebracht, alwaar men ook wat ongeïnteresseerd overkwam. Weer oximeter, bloeddrukmeter, ECG. En nu echt uren geen informatie. Uren maar gewoon afwachten op… niets? Geen idee weer. Willekeurig kwam er een cardioloog die mij liet weten dat ik niet opnieuw een hartaanval had, alles stabiel leek. En weg was ‘ie. En nu? Er kwam enige tijd later een verpleger. Ben je nog hier? Je had allang mogen gaan hoor. Wat is dit? Waarom is echt niemand geïnteresseerd in mijn hart en mijn zorgen over mijn hart? Waarom doet iedereen zo? En waarom moet ik het maar gewoon uitzoeken op eigen houtje?

Enfin, ik loop het ziekenhuis uit, bel mijn echtgenote, blij en doodmoe. In een verwarrend en voor ons beide stresserend gesprek komen we tot de conclusie dat het het beste zou zijn dat ze mij op zou komen halen. Ik dus weer wachten. Nou ja, dan ga ik maar gewoon wandelen ofzo. De hele tijd was ik doodnerveus, bijzonder onzeker en eigenlijk nog steeds bang. Mag ik wel bewegen? Kan ik wel bewegen? Wat moet ik doen? Ik heb niets bij me. Niet eens een jas. Het is koud buiten. Toen kwam ze eraan lopen, ik was super-, superblij. En opgelucht.

In de maanden erna kwam geheel onverwacht rouw over haar beide ouders op de voorgrond en werd de rest van 2023 voor ons beiden een bijzonder uitdagend jaar. Zij met haar rouw, ik met mijn rouw en angst. Beiden een beetje langs elkaar heen levend, maar met moeite in staat om ons volledig toe te leggen op de ander. In die strijd kreeg haar rouw en haar steeds verder vorderende deregulatie de overhand en werd mijn rouw, mijn verdriet, mijn onzekerheid, mijn angst naar de achtergrond geduwd. En voelde ik mij weer genegeerd. Eerst door het ziekenhuis, daarna door de ambulancebroeders, daarna door een volgend ziekenhuis. Daarna door een cardioloog waar ik op poliklinische controle kwam die niet eens wist dat we een afspraak hadden en me maar zo snel als mogelijk de deur uit probeerde te werken. Wat dit allemaal nog vreemder maakt is dat we dus uiteindelijk zelf de conclusie hebben moeten trekken dat het een onderwandinfarct was. Dat was niet expliciet benoemd door een cardioloog. Nee, uiteindelijk hebben we die definitie voor het eerst daadwerkelijk benoemd gezien op een hartfilmpje.

Waarom geeft niemand anders om het gegeven dat ik een hartaanval heb gehad? Waarom geeft niemand anders om het gegeven dat ik verdrietig was? Waarom ben ik eigenlijk de enige die de empathie en sympathie die je zou verwachten voor mij en mijn hart heeft op weten te brengen? Nee, ik neem het mijn echtgenote niet kwalijk. Rouw over je beide ouders is… een monsterlijk verdriet om in één keer te moeten ervaren. Maar het lijkt nu dus al bijna drie jaar wel alsof ik de enige ben die emoties heeft ervaren over mijn hartaanval. Alsof werkelijk niemand anders er echt om geeft. Al weet ik rationeel wel dat er heus wel anderen zijn die er om hebben gegeven en dat nog steeds doen, maar zo voelt het niet. Ik voelde mij enorm in de steek gelaten, ik voel mij nog steeds in de steek gelaten.

Terwijl ik eigenlijk nog steeds wel doodsangsten uitsta.